De Qing-dynastie was de laatste keizerlijke dynastie in China, die regeerde van 1644 tot 1912 na Christus. Deze dynastie, die werd gesticht door de Mantsjoes, bracht een periode van politieke stabiliteit en expansie met zich mee. Hier zijn enkele van de belangrijkste keizers van de Qing-dynastie:
- Keizer Shunzhi (Fulin): Hij was de eerste keizer van de Qing-dynastie, die regeerde van 1644 tot 1661 na Christus. Zijn heerschappij begon nadat de Mantsjoes de Ming-dynastie omverwierpen en Peking veroverden.
- Keizer Kangxi (Xuanye): Hij wordt beschouwd als een van de grootste heersers in de Chinese geschiedenis en regeerde van 1661 tot 1722 na Christus. Zijn heerschappij was een tijd van politieke stabiliteit, culturele bloei en expansie van het rijk.
- Keizer Yongzheng (Yinzhen): Hij volgde Keizer Kangxi op en regeerde van 1723 tot 1735 na Christus, waarbij hij het beleid van zijn vader voortzette.
- Keizer Qianlong (Hongli): Hij regeerde van 1735 tot 1796 na Christus en zette de expansie van het rijk voort. Onder zijn leiding bereikte het Qing-rijk zijn grootste territoriale omvang.
- Keizer Jiaqing (Daoguang): Hij was keizer van 1796 tot 1820 na Christus.
- Keizer Daoguang (Minning): Hij regeerde van 1820 tot 1850 na Christus en was keizer tijdens een periode van sociale en economische onrust, waaronder de Opiumoorlogen met het Verenigd Koninkrijk.
- Keizer Xianfeng (Yizhu): Hij was keizer van 1850 tot 1861 na Christus, een periode die werd getekend door de Taiping-opstand en andere interne conflicten.
- Keizer Tongzhi (Zaichun): Hij regeerde van 1861 tot 1875 na Christus, maar stierf op jonge leeftijd.
- Keizer Guangxu (Zaitian): Hij was keizer van 1875 tot 1908 na Christus en probeerde enkele hervormingen door te voeren, maar werd tegengewerkt door conservatieve krachten.
- Keizer Xuantong (Puyi): Hij was de laatste keizer van China en regeerde van 1908 tot 1912 na Christus, tot de val van de Qing-dynastie en de oprichting van de Republiek China.
De Qing-dynastie was een tijd van culturele uitwisseling en economische groei, maar ook van interne spanningen en conflicten met westerse machten. Haar val leidde tot het einde van het keizerlijke tijdperk in China en het begin van de moderne tijd.